Verliesbeloning

Sommige fondsbeheerders krijgen een prestatiebeloning zelfs als ze verlies maken. Dat lijkt onbehoorlijk. Toch is het minder vreemd dan het lijkt.

Mag een beleggingsfonds dat een negatief rendement behaalt een prestatievergoeding in rekening brengen? Die vraagt houdt de gemoederen in Engeland bezig na een studie van onderzoeksbureau Lipper waaruit blijkt dat tweederde van beleggingsfondsen die een prestatievergoeding in rekening brengen dat ook doen als het rendement negatief is.


Beloning voor verlies

Zo op het eerste gezicht lijkt het niet te rechtvaardigen: een extra prestatiebeloning opstrijken wanneer je als fondsbeheerder je klanten een verlies voorschotelt. Toch is het minder vreemd dan het lijkt. Want als een fonds een negatief rendement behaalt van 15 procent in een markt die 20 procent onderuit is gegaan, dan heeft de beheerder wel degelijk iets goeds gedaan voor de beleggers in dat fonds. Het fonds heeft beter gepresteerd dan de markt en zodoende de beleggers 5 procent verlies bespaard. En verliezen tikken harder aan dan winsten. Het fonds hoeft nu ‘maar’ 18% winst te behalen om het verlies weer goed te maken in plaats van 25% als het de markt had gevolgd. Kortom, een beleggingsfonds dat in een dalende markt beter presteert dan zijn benchmark (index) heeft voor de beleggers in dat fonds waarde toegevoegd. Een beloning daarvoor is dan niet zo raar. Zeker als je bedenkt dat er in de praktijk maar heel weinig beleggingsfondsen zijn die in dalende markten een outperformance weten te realiseren.

Zo’n beloningstructuur is echter alleen te rechtvaardigen onder drie voorwaarden:
1. het moet een long-only fonds zijn
2. met een representatieve benchmark
3. en de beloning moet symmetrisch zijn


Long-only

Een long-only beleggingsfonds belegt in aandelen, obligaties of andere effecten om te profiteren van de verwachte waardestijging van die effecten. Het mag effecten kopen en verkopen maar mag niet short gaan (effecten verkopen die het niet bezit) in een poging te profiteren van dalende koersen. Het heeft als doelstelling om beter te presteren dan een bepaalde benchmark. Het fonds belooft om het relatief beter te doen dan de benchmark. Als dat de belofte is en dat voor iedereen duidelijk is, dan mag het realiseren ervan ook worden beloond. Bij een zogeheten absolute return fonds, dat ernaar streeft onder alle omstandigheden – ook als de koersen dalen – een positief rendement te behalen, zou een prestatievergoeding bij een negatief rendement niet moeten kunnen.


Representatieve benchmark

Van belang is verder dat het beleggingsfonds een representatieve benchmark heeft. De benchmark moet het beleggingsuniversum (waarin belegt het?) en de beleggingsstijl (hoe belegt het?) van het fonds weerspiegelen. Veel fondsen hebben nu geen representatieve benchmark. Ook in Nederland. In Engeland maken ze het echter wel erg bont. Uit het Lipper onderzoek bleek dat bijna de helft van de onderzochte fondsen de prestaties vergelijkt met het rendement op cash. Als je in bijvoorbeeld aandelen belegt, slaat dit natuurlijk nergens op.


Symmetrie

Tenslotte is van belang dat de prestatievergoeding symmetrisch is. Als de beheerder bij het verslaan van de benchmark iets extra’s krijgt, dan moet hij bij het achterblijven op de benchmark ook minder krijgen. Minder krijgen betekent niet alleen een extraatje (de prestatievergoeding) missen, maar echt inleveren d.w.z. de basis beheervergoeding deels of geheel aan het fonds terugbetalen.

Een symmetrische prestatievergoeding is nodig om het nemen van te veel risico tegen te gaan. Zonder symmetrie is die prikkel immers nadrukkelijk aanwezig. De eventuele winst is immers voor jou, het verlies voor de klant. Dit soort eenzijdige beloningsstructuren in de financiële wereld hebben de kredietcrisis niet veroorzaakt maar wel aangejaagd. Dat het anders moet is duidelijk. Ook Lipper pleit tegenwoordig voor symmetrische prestatievergoedingen. ‘Zodat de kostenstructuur meer is dan een one-way bet voor de fondsbeheerder’.

Laatste nieuwsartikelen

Ios0131 Lightbulb 6 C3

Daniel Kahneman, de man die ons feilbare denken aantoonde

'Success = talent & luck. Great success = a little more talent & a lot more luck.’ Het was de favoriete formule van Daniel Kahneman, de psycholoog met een Nobelprijs voor de Economie, die in maart is overleden. Daniel Kahneman was een van de grondleggers van wat tegenwoordig gedragseconomie heet. Hij wijdde zijn leven aan de manier waarop mensen beslissingen nemen. En liet zien dat de mens niet rationeel is, continu denkfouten maakt en daardoor verre van optimale beslissingen neemt. De Nederlandse titel van zijn magnum opus vatte zijn gedachtegoed goed samen: ons feilbare denken. Zijn inzichten zijn voor beleggers van onschatbare waarde.

Boek (2)

Wijziging prospectus Meesman fondsen en switchkosten weer aan

In het prospectus van de Meesman Beleggingsfondsen zijn enkele wijzigingen doorgevoerd die op 1 juni 2024 ingaan.

Ios0147 New 4 C1

Upgrade MijnMeesman

We hebben leuk nieuws om met u te delen! MijnMeesman (de online omgeving waarin u uw beleggingen kunt inzien en beheren) gaat namelijk een flinke upgrade krijgen. Ook kunnen we vol trots aankondigen dat de Meesman app binnenkort live gaat.