Geld maakt geld

Het boek Kapitaal in de 21ste eeuw van de Franse econoom Thomas Piketty is een dikke pil van meer dan 800 bladzijden over een economisch onderwerp. Tegen alle verwachtingen in werd het een bestseller. De centrale boodschap van het boek is dat mensen met geld (“de rijken”) steeds rijker worden en dat dit vooral komt doordat het rendement op vermogen een stuk hoger is dan de economische groei.

Het loont om te beleggen

Op basis van een doorwrochte analyse van een enorme hoeveelheid data over inkomens en vermogens in diverse landen komt Piketty tot de conclusie dat in de afgelopen eeuwen het nettorendement op vermogen tussen de 4 en 5 procent per jaar lag terwijl de economische groei minder dan 1 procent per jaar was. Dat het rendement op vermogen hoger is dan de economische groei klopt. Maar is niets nieuws. Dit is vaker onderzocht en vastgesteld. Zo weten we bijvoorbeeld dat over de afgelopen honderd jaar wereldwijd beleggen in aandelen een bruto rendement van meer dan 8% per jaar heeft opgeleverd, een stuk meer dan de economische groei in die periode.

Beursgenoteerde bedrijven efficiënter

Economen verschillen van mening over waarom het rendement op vermogen hoger is dan de economische groei. Als we kijken naar het rendement op aandelen dan is de meest plausibele verklaring dat beursgenoteerde bedrijven meer op efficiëntie en productiviteitsgroei gericht zijn dan niet-beursgenoteerde bedrijven, veelal mkb- en familiebedrijven (de spreekwoordelijke bakker op de hoek). De focus op efficiëntie vertaalt zich voor beursgenoteerde bedrijven in een bovengemiddelde winstgroei en dus een bovengemiddeld rendement. De groei van de economie als geheel is daarentegen het resultaat van de activiteiten van alle ondernemingen in een economie, ook de vele bedrijven die minder efficiënt zijn.

Laat geld voor je werken

Dat mensen met geld steeds rijker worden is niet vreemd. Ze doen gewoon iets dat iedereen kan doen, maar de meeste mensen nalaten te doen. Namelijk beleggen. Als je belegt doe je eigenlijk niets anders dan jouw geld op een productieve manier in de economie aan het werk zetten. Jouw geld lift mee op de groei die het bedrijfsleven weet te genereren. Het rendement dat hiermee wordt behaald is voor jou. Dit in tegenstelling tot sparen. Als je spaart stal je geld bij een bank. Die leent het vervolgens uit aan anderen of belegt het. Zo wordt jouw geld dus ook in de economie aan het werk gezet. Maar nu indirect, via een tussenpersoon: de bank. En het rendement dat ermee wordt behaald is nu grotendeels voor de bank. Die plukt nu de vruchten die met jouw geld worden verdiend. Jij krijgt niet meer dan een (magere) rentevergoeding voor het ter beschikking stellen van het geld.

Iedereen kan het

Je geld harder laten groeien doe je dus door te beleggen in plaats van te sparen. In het verre verleden was beleggen alleen voor mensen met veel geld. Maar dat is al lang niet meer het geval. Tegenwoordig kan iedereen op een hele eenvoudige en effectieve manier beleggen. Met grote bedragen of met een kleine (maandelijkse) inleg. Door geld te stoppen in een wereldwijd beleggend aandelen indexfonds en er niet meer naar om te kijken. Zo eenvoudig is het tegenwoordig om je geld op een verstandige manier harder te laten groeien.

Geld maakt geld

Terug naar de cijfers van Piketty. Het verschil tussen een netto rendement van 5% (met beleggen) en 1% (met sparen, hoewel een spaarrente van 1% op dit moment niet haalbaar is) is enorm. Bij een rendement van 1% is een inleg van duizend euro na 20 jaar aangegroeid tot €1.200. Bij een rendement van 5% is dat €2.600. Meer dan twee keer zoveel. Na 30 jaar is het verschil €1.350 versus €4.300. Meer dan drie keer zoveel. Na 40 jaar €1.500 tegenover €7.000. Bijna vijf keer zoveel. En na 50 jaar €1.650 in plaats van €11.500. Zeven keer zoveel. De cijfers vertellen een heel duidelijk verhaal: geld maakt geld.